11-09-2014 - Windsurfen, Nieuws

Geen sprong te hoog

Van zoet naar zout – Deel 11.

 

Nadat we je de vorige Motion hebben verteld hoe je door de branding kan komen (en weer terug) is het nu tijd voor het serieuzere werk. Wij weten ook wel dat jullie maar één ding willen… en dat is vliegen! En niet zo’n laf sprongetje om net over de golven te komen, jullie willen God de hand schudden, de high jump, ‘touch the sky’. Laat je inspireren door een man die zowel de juiste skills als naam heeft voor deze mini Basics: de Engelse worldcupper John Skye.

Met hetzelfde setje als de vorige keer (een wendbaar boardje van rond de 90 liter en een kleine vin) gaan we op zoek naar een mooie steile golf. Het geheim achter de high jump is snelheid, want hoe harder je gaat, hoe hoger je komt. Kom dus met zoveel mogelijk snelheid op de golf af. Spreid je handen voor wat meer controle en haak uit de trapeze. Je kent de chop hop, je hebt als het goed is ook al over wat golfjes gehopt op zee, nu is het tijd voor het echte werk, klaar? Ga wat door je knieën en blijf boven je board ter voorbereiding van de afsprong. Terwijl je de golf op racet, strek je je achterste been en trek je je voorste hand wat naar boven om de neus van je board omhoog te brengen.

Op het moment van de afzet ga je van gestrekt terug naar compact: je trekt je achterste voet onder je kont, terwijl je je voorste been wat strekt en je trekt je giek met beide handen naar je lichaam toe. Hang ondertussen wat richting de wind en probeer je zeil horizontaal te houden zodat hij als een vleugel werkt. Zorg ervoor dat je altijd wat power in je zeil houdt terwijl je vliegt. Zo controleer je je sprong en kun je hem waar mogelijk zelfs nog wat verlengen!

Tijdens de vlucht hou je deze positie vast. Door wat druk te geven op je tenen en je voorste been gestrekt en je achterste gebogen te houden, kun je ervoor zorgen dat de wind altijd onder je board blijft. En heel belangrijk: vergeet vooral niet van het uitzicht te genieten. Tenzij je echt heel hoog springt ben je nu waarschijnlijk alweer op de weg terug: tijd om een landingsplek uit te zoeken. We gaan proberen op de tail te landen, dit is de meest veilige landing, zowel voor jezelf als je materiaal. Door je achterste been te strekken en het zeil een beetje te openen met je zeilhand zul je zien dat je in de juiste landingspositie komt. Blijf goed kijken naar het water en land met je benen wat gebogen om de klap op te vangen.

Wat een rush, hè? Ben je alweer bijgekomen? Op naar de volgende schans dan maar!

Tips

Voor maximale hoogte en airtime stuur je je board iets tegen de wind in tijdens de afzet. In de lucht kun je je boardje dan weer wat van de wind afsturen om zo lang mogelijk te vliegen.

Meest voorkomende problemen

1) Je draait teveel richting de wind en landt zodoende op je rug. Oplossing: hou je zeil goed dicht zodat de neus van je board niet in de wind draait en ‘schaar’ je benen: voorste been gestrekt, achterste been onder je kont.

2) Je gaat onvrijwillig voorover (radicaal!) of crasht nose first. Oplossing: laat je zeil op het hoogste punt al een beetje vieren, zodat de tail van je board al wat zakt. Blijf meer onder je zeil in de lucht en hou druk op je tenen.

Dit is een artikel uit Motion 2011, jaargang 4. Mocht je deze gemist hebben, bestel de uitgave in onze webshop.

 

 van