26-09-2014 - Windsurfen, Nieuws

Up There: IJsland

‘Ah nee man, IJsland?! No way! Waarom vliegen we niet ergens heen waar we in onze boardshorts het water op kunnen?’ jammert Chris Friis door de telefoon, als ik hem van mijn plan vertel. Ik praat door over ongelooflijke landschappen, gletsjermeren en wind in overvloed met enkel een kort ‘nee!’ tot gevolg. Ik gooi er wat proza tegenaan over lege golven van wereldklasse, maar nog steeds is hij niet overtuigd. ‘Van de IJslandse vrouwen wordt gezegd dat het de heetste vrouwen op deze aardbol zijn!’ brul ik door de hoorn. Aan de andere kant van de lijn wordt het stil. Dan hoor ik hem grinniken. Mooi, die is om.

Een maand later zitten we in een machine van Icelandair om eindelijk dit tot nu toe vrijwel onbesurfte land te verkennen. Naast de eerder genoemde Deense worldcupwaver Chris Friis, uw hoofdredacteur en ikzelf zijn ook mijn langjarige reismaatje en beste waver van Oostenrijk Tom Hartmann, PWA talenten Andraž Žan en Amanda Beenen en fotograaf Maxime Houyvet van de partij. Een bont en internationaal gezelschap, waarmee we maar weer eens laten zien dat we als windsurfers qua Europese eenwording voorop lopen. Naast de toeristen en IJslanders met grauwe winterjassen en dikke laarzen komen wij op de luchthaven van München voor als een stel paradijsvogels, die per ongeluk de verkeerde gate gekozen hebben. Vooral Tom, die het bij het herfstzonnetje niet kon laten zijn geliefde slippers aan te laten.

IJsland 1

Na een korte vlucht van nog geen vier uur zien we door de wolken heen voor het eerst ons doel. Meteen wordt duidelijk waarom IJsland ook wel het land van vuur en ijs genoemd wordt: met sneeuw bedekte bergtoppen worden afgewisseld door rookpluimen die her en der uit het onherbergzame landschap opstijgen. De heftige zijwind bij de landing laat ons alvast verlangen naar de eerste sessie.

Op de luchthaven van Keflavik, op een kleine driekwartier rijden van onze nieuwe thuisbasis Reykjavik, vallen in de aankomsthal bij menigeen de ogen uit het hoofd als bij de overbagage naast een paar flinke rugzakken ook acht dubbele boardbags de band afrollen. We nemen, net als de locals, een voorraadje drank mee uit de Duty Free en slepen de tassen richting de parkeerplaats waar onze jeeps klaarstaan. Hoewel de zon schijnt maakt de harde wind het guur en koud, onze vingers zijn al na een paar minuten gevoelloos. Pas wanneer we de bags op het dak gooien steekt Tom zijn voeten in een paar warme sneakers; de slippers worden als tropisch aandenken op de achterbank gegooid, this is Iceland man! De rauwe begroeting is een klein voorproefje van wat ons de komende weken te wachten staat.

IJsland 3

De volgende dag staan we met de zon op. De statistieken voor september en oktober zijn met zo’n tien droge dagen per maand niet zo best… wat staat ons de komende tijd nog te wachten? Vandaag kunnen we onze paraplu’s in ieder geval in het hotel laten liggen, de wind waait nog straf uit het zuidoosten en we besluiten zuidwaarts naar het Reykjanes schiereiland te rijden om daar ons geluk te beproeven. Gelukkig hebben we tijdens de voorbereiding op deze trip veel tijd gestoken in het zoeken naar goede spots, een blik op onze bekladde kaart leert ons dat hier in de buurt een paar stranden moeten zijn met golven en sideshore wind. Nu moeten we ze alleen nog maar vinden. Makkie toch, of niet?

Al op een paar kilometer van de stad begint het prentenboek IJsland. Lavavelden worden afgewisseld met stukken heide, overal grazen schapen en rennen de karakteristieke IJslandse paarden hun kenmerkende tred. In de verte zien we vulkaankraters en met sneeuw bedekte bergen, die overigens allemaal vlak zijn. In een van onze gidsen vinden we de reden: er zijn eigenlijk helemaal geen bergen in IJsland, alleen maar valleien, in de loop der tijd uitgeslepen door langzaam bewegende gletsjers.

IJsland Zee

Onderweg zien we zo nu en dan de zee verschijnen, brekende golven en kopjes op het water maken ons ongeduldig. Toch is geduld geboden, want hoe komen we in hemelsnaam aan het water? We houden aan in kleine dorpjes met bontgekleurde huizen maar zien geen weg die ons naar het strand brengt. Na meerdere mislukte pogingen vinden we eindelijk een zandweggetje dat de juiste richting in wijst. Zo voelt het dus om een nieuwe spot te ontdekken, denk ik als onze auto zich tot aan de deur ingraaft in het mulle zand. Gelukkig blijkt deze gedwongen rustplek ook precies de spot waar we naar op zoek waren, welkom in Sandvik! Twee meter hoge golven en sideshore wind van rechts begroeten ons, evenals de zon die nog steeds stralend aan de hemel staat. Je zou bijna vergeten dat het water rond de vier graden is, toch maar 5 millimeter suits, schoentjes, caps en handschoenen dus, we zijn tenslotte dichterbij Groenland dan bij Europa. Na de eerste golven blijkt het met de temperatuur wel mee te vallen, zo koud als iedereen denkt is het echt niet. IJsland profiteert van het warme zeewater dat via de Atlantische Golfstroom uit zuidelijke richting aangevoerd wordt. Dit relatief warme zeewater zorgt ervoor dat IJsland in de winter niet geteisterd wordt door extreme kou zoals dat in landen die op een zelfde breedtegraad liggen vaak wel gebeurt. Na een paar goede rides blijven de handschoenen en caps op het strand, helaas al snel wij allemaal. De vloed komt op en ineens breken alle golven close-out. In een mum van tijd is het strand – met bijna vier meter hoogteverschil tussen eb en vloed – bijna onherkenbaar veranderd.

Omdat de wind nog niet is gaan liggen besluiten we met Andraž naar een lagune te rijden die we vlak voor de duinen hadden zien liggen. Bij een eerste inspectie blijkt het water ongeveer vindiep, maar Andraž is niet te beroerd om het erop te wagen. Omdat de wind plotseling toch inzakt tuigt hij zijn 5,4 zeiltje op en in de vlagen gooit hij er een paar klassieke freestylemoves uit. Op zoek naar de wat extremere manoeuvres zien we hem plotseling frontaal op zijn bek gaan. Misschien toch iets te ondiep? Als hij een minuutje later onze richting weer op komt blijkt hij met volle snelheid op een rots te zijn gevaren, met een katapult en gebroken board tot gevolg. Uiteraard is er op dit eiland geen boardreparatie aanwezig en dus kunnen we ons de komende dagen weer ongegeneerd uitleven op onze zoektocht naar golven. Kan Andraž gelijk wat mooie filmopnames maken.

IJsland66Inmiddels zijn we al in de namiddag en ook al waren we voor dag en dauw op, we waren bij elkaar opgeteld nog geen uur op het water. Het wordt ons langzaam duidelijk dat het niet zo eenvoudig is zo maar nieuwe spots te ontdekken. Gelukkig schijnt de zon nog altijd en we besluiten, nadat we eerst de jeeps uitgegraven hebben, wat door de omgeving te cruisen. Een paar kilometer van Sandvik valt ons oog op een bord met een Europese en Amerikaanse vlag erop. We stoppen en denken eerst ‘Ah, een brug over een soort miniravijn’. Onze IJsland gids leert ons echter dat het hier gaat om de Europese en Amerikaanse continentale platen, die onder IJsland lopen. Dit is gelijk ook de reden dat het landschap hier zo ruig is: IJsland wordt eigenlijk constant uit elkaar getrokken, waardoor magma naar het oppervlak kan komen. De platen zijn constant in beweging, elk jaar driften ze een paar centimeter verder uit elkaar. Logisch dus dat de locals hier niet schrikken van een bevinkje of vulkaanuitbarsting meer of minder: het hoort er gewoon bij.

Op de terugweg ontwaren we in de verte een aantal rookpluimen. Bij nadere inspectie blijken het stoompluimen: vlakbij een geothermische centrale vinden we een veld waar overal damp uit de warme bodem komt. We volgen het pad door de stoom, maar hoe dichter we bij de bronnen in de buurt komen, hoe slechter het zicht wordt. Erg lekker ruikt het ook al niet, dus na een paar sfeerplaatjes geschoten te hebben besluiten we het een dag te noemen en terug te gaan naar ons hotel. Na het checken van alle voorspellingen zijn we behoorlijk zeker dat de spots op het schiereiland vandaag niet functioneren. We besluiten onze zoektocht langs de oostkust verder te zetten. Ons doel is Vik, een zwart zandstrand met een ongelooflijk mooie backdrop. Met 180 kilometer lijkt de spot niet al te ver weg, maar hierbij vergeten we even dat je al blij mag zijn als je in IJsland gemiddeld 60 kilometer per uur haalt. Een echte snelweg hebben ze niet, 80 is sowieso de max. Gelukkig is er onderweg genoeg te zien. Met name de enorme watervallen die soms wel 100 meter naar beneden storten zijn indrukwekkend.

In Vik komt de ontnuchtering: geen wind, geen golven. Enigszins gefrustreerd blijven we hangen bij het tankstation. We doen als de locals en kopen Coca-Cola, gedroogde vis, snoep en hotdogs. Het blijken goede windoffers, want in de late namiddag neemt de wind ineens flink toe. Omdat dit nog altijd geen golven zal brengen in Vik rijden we terug in de richting van Reykjavik om halverwege de haven van Landeyjarhofn te checken. We slaan linksaf na de laatste waterval en rijden een tijdlang zeewaarts over compleet verlaten asfalt met om ons heen niets dan leegte. Het wordt steeds grauwer en guurder, er hangt nevel in de lucht en het voelt net alsof we Mordor uit de film Lord of the Rings binnenrijden. Eenmaal bij de haven poeiert het een goede windkracht acht onshore van links. In de windschaduw van de auto’s en de enorme betonblokken die als kustbescherming dienen tuigen we onze setjes op, terwijl over onze hoofden het zand door de lucht stuift en de hemel alsmaar verder betrekt.

 

IJsland Surf 5

Tom is de eerste op het water, het blijken goede omstandigheden om te springen en de pushloop tabletops, forwards en backies zijn niet van de lucht. Ook Chris voelt zich in zijn element in de omstandigheden die hem doen denken aan zijn homespot in Denemarken. Het levert mooie platen op die niet zouden misstaan in de storyboards van Peter Jackson. Na een uurtje neemt de wind nog maar eens in kracht toe, zelfs Tom kan zijn 4,0 nog amper houden en echt veilig is het ook niet meer vanwege de kou en de invallende duisternis. We tuigen snel af en weten net voor een enorme wolkbreuk en zonder in het zand te blijven steken onze weg terug te vinden naar de hoofdweg.

 

IJSLAND 76

Omdat de wind de komende dagen geen bal speelt, besluiten we onze golfrijboardjes en SUP’s uit de berging te trekken en een paar spots in de buurt van Grindavik te exploreren. Het is echt een ongelooflijk gevoel als je in een baaitje een perfect lopende golf ontwaart en in plaats van 40 vloekende en voorkruipende apen slechts een speelse zeehond in de line-up ziet liggen. De golven zijn ver boven head high en vormen zich tot mooie barrels boven het vlakke rif. De riffen zijn weliswaar scherp, maar op de meeste plekken bedekt met dikke glibberige waterplanten, waardoor zelfs bij kiss and ride nog niet veel narigheid optreedt.

Nadat we een paar uur moederziel alleen in de golven liggen, worden we vergezeld door twee locals. Blij om niet meer alleen op het water te zijn begroeten we ze hartelijk en ook zij lijken blij verrast met wat gezelschap. We delen de golven, er is genoeg voor iedereen. In de loop van de trip stellen we vast dat een SUP of golfsurfboard een perfecte aanvulling is bij de extreem snel wisselende weersomstandigheden die IJsland kent. Ideaal als je dagelijks het water op wilt en niet radeloos op het strand wilt staan omdat de condities toch niet helemaal zo zijn als voorspeld was…

Terug aan de kant leren we onze medesurfers kennen: Ingólfur en Hiroshi. Ingo blijkt inderdaad local, een van de twintig min of meer actieve surfers die IJsland telt. Sinds een paar jaar biedt hij met zijn bedrijfje Arctic Surfers als tourguide actieve surftrips op het eiland aan. Actief, omdat hij hoe dan ook wat sportiefs weet te vinden, ook als het plat is. Hiroshi blijkt eigenlijk helemaal geen local: hij komt uit Japan en is op een world tour langs alle mooie golven. Zonder auto reist hij op de bonnefooi het eiland over en na ons gesprek loopt hij in zijn wetsuit terug naar het hostel waar hij verblijft. Een dikke smile op zijn gezicht, nagenietend van de sessie van zo-even. Ingo vertelt ons alle ins en outs van de spots rond Reykjavik. Hij biedt aan ons de komende dagen te helpen, een opsteker op een eiland waar het onthouden van de namen van de spots vaak al lastig genoeg is, laat staan de perfecte weersomstandigheden om er het maximale uit te halen!

Dezelfde avond neemt Ingo ons mee naar een tapasbar in Reyjavik: verse vis onder het genot van een prijzig IJslands biertje. Ingo vertelt ons over de zware winters en de gevaren van het in je eentje surfen van de vaak brute golven. Het is ongelooflijk hoe hulpvaardig en open hij is; van localisme lijkt geen sprake op dit eiland. Als we afscheid nemen checkt Ingo nog even de meest actuele voorspellingen en zegt abrupt: ‘Jullie moeten naar het noorden, daar loopt morgen een sensationele golf die maar zelden werkt. Ik bel een vriend op daar, hij regelt wel een plek om te slapen.’ Met de slappe voorspelling van het zuiden in ons achterhoofd hoeven we niet lang na te denken: we pakken de spullen op de auto’s en rijden nog diezelfde avond naar het noorden. Zeven uur IJslandse ‘snelweg’, langs bergpassen, door kilometers lange tunnels, langs sneeuwvelden en ontelbare fjorden voordat we een klein vissersdorp in de buurt van Akureyri bereiken. Als we na een uur zoeken eindelijk ons appartement weten te vinden vallen we als een blok in slaap, dromend van sensationele golven.

IJsland voetjes

Als ik wakker word weet ik niet waar ik ben. Met het zout van Klaas Vaak nog in de ogen kijk ik uit het raam. Alles wit. Ahaa, denk ik en rol terug in bed. Dan begint mijn brein de binnengekomen beelden te verwerken. Ahaaa? Verse sneeuw? WTF?! Ik spring op en wrijf me nog eens in de ogen. Wat ik zie is zelfs met wakkere blik niet geheel te bevatten. Voor de deur ligt twintig centimeter verse sneeuw en nog altijd vallen er dikke vlokken van de hemel naar beneden.

 

Na de auto’s sneeuwvrij te hebben gemaakt rijden we naar de locale supermarkt om een ontbijtje te scoren. Al na een paar minuten buiten zijn onze schoenen zo doorweekt dat Tom besluit laarzen te kopen en zijn zeiknatte sneakers bij zijn slippers op de achterbank te leggen. We nemen een kijkje in de haven en vinden een mooie right hander met op de achtergrond met sneeuw bedekte bergen. Iets verderop een rommelige beachbreak met dezelfde achtergrond. Volgens Ingo, die ons per sms nog altijd bestookt met de laatste intel, is de golf rond 1 uur op zijn best, we hebben dus nog even om de nodige koolhydraten te stampen voor de sessie. Ondertussen vallen de vlokken nog steeds. We rijden terug, ontbijten en na een sneeuwballengevecht besluit Mart het water voor de deur te testen op temperatuur. Als dit te doen is, moet het vanmiddag ook wel gaan lijkt hij te denken. Gelijk de Nederlandse Ijsblokjeskoning The Iceman loopt hij richting het water. Een dun laagje ijs weerhoudt hem van een bommetje, maar even later zwemt hij een meter of tien bij ons vandaan, een uitdrukking van afgrijzen op zijn gezicht. Nog even Mart, roepen we terwijl onze Powershot camera’s overuren maken. Terug aan de kant kan hij gelijk de jacuzzi in die op onze veranda staat.

Als het wat opklaart trekken we thuis alvast onze wetsuits aan en gaan we op weg naar de spot. Terwijl ik door de sneeuw stap op weg naar de launch, vraag ik mezelf af of ik wel helemaal goed bij mijn hoofd ben. Eenmaal in het water voelt de eerste duckdive aan alsof ik een douche van ijsblokjes over me heen krijg, maar al snel wen ik aan de kou en met wat activiteit is het eigenlijk prima te doen. We houden het urenlang uit en surfen de ene golf na de andere: Mart en Tom op hun SUP-boardjes en Amanda, Chris en ikzelf op onze golfsurfers. Inmiddels is local hero Oliver ook op het water, volgens Ingo de beste windsurfer en golfsurfer van het eiland. De basisschoolleraar surft deze spot het hele jaar in zijn eentje, zelfs als het halve dorp hem voor gek verklaart. Windsurfen doet hij de laatste tijd uit veiligheidsredenen alleen nog maar op vlakwater, hij oefent de spock en de flaka. Met een lach vraagt hij Andraž om een paar tips voor beide moves, het komt niet zo vaak voor dat hij windsurfers in de buurt heeft om advies te vragen, laat staan pro’s. Opdat hij niet altijd alleen op het water moet zijn, probeert hij zijn leerlingen het surfvirus over te brengen door ze zo nu en dan mee te nemen voor een paddelsessie. Tot nu toe zonder resultaat.

IJsland surf 2

IJsland surf

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

’s Avonds nemen we onder het genot van een pizza, die we twee dorpen verderop moeten halen omdat bij ons alles dicht is, de dag nog eens door. Oliver raadt ons aan om de volgende ochtend vroeg terug te rijden naar het zuiden. De voorspelling is dat de sneeuw van vandaag slechts een voorproefje was, en met de piek van de swell achter de rug besluiten we zijn advies aan te nemen, maar niet voordat we nog wat grotten aandoen en een gigantische waterval bezoeken. Waar blijft die storm nou, denken we spottend als we terugrijden over de slingerweggetjes richting het zuiden. Nog geen vijf minuten later slakken we met 30 kilometer per uur over de spekgladde wegen. Geen pretje met straten die minstens drie meter hoger liggen dan de berm. Al spinnend en slippend en met meer geluk dan wijsheid lukt het ons de sneeuw achter ons te laten en veilig terug te keren in Reykjavik.

De trip loopt langzaam op zijn eind en hoewel we mooie sessies hebben gehad op bizarre plekken hebben we nog altijd de vurig gewenste down-the-line omstandigheden niet gevonden. Na een freestylesessie bij de vuurtoren op het schiereilandje Grotta en wat freeriden in de fjorden ten zuidwesten van Reykjavik besluiten we eindelijk de hoofdstad zelf eens goed uit te checken. Een zeer moderne, schone en stijlvolle stad met opvallend veel designer winkeltjes, street art en mooie vrouwen. De vondst van de dag is het Penis Museum – het enige ter wereld. Elke op het eiland levende soort heeft in dit museum zijn orgaan opgesteld: van muis tot blauwe vinvis, alles zit erbij. Zeer de moeite waard is ook de onzichtbare elfenpenis. Aangezien meer dan de helft van de IJslandse bevolking in elven gelooft, heeft deze zeker zijn plek in het museum verdiend.

Ijsland4

Omdat het zaterdagavond is checken we gelijk maar even de uitgaansgelegenheden in downtown Reykjavik.
Nou is het niet zo dat we niet bereid zijn een windoffer te brengen, maar wat zich in IJslands hoofdstad afspeelt is ongelooflijk. Vanaf middernacht kunnen nog pakweg 10 procent van de partygasten staan, laat staan normaal praten, en dan is de nacht eigenlijk nog maar net begonnen. Het is niet voor niets dat de stad geldt als een van de beruchtste partysteden ter wereld. Verbazingwekkend eigenlijk hoe vriendelijk en voorkomend de IJslanders met 100 promille nog zijn, een klein vechtpartijtje daargelaten. Of het is omdat we er zo anders uitzien of omdat we extreem hang loose zijn weten we niet, maar al snel leren we een windsurfer kennen.

Gitaardocent Rafn is euforisch eindelijk wat gelijkgestemden gevonden te hebben en zijn vrouw vergeet voor even dat er thuis twee kinderen liggen te slapen die de volgende ochtend om zes uur weer heibel gaan trappen: partytime!

Twaalf uur later sta ik met halfdichte ogen en een goede koppijn aan het strand van Grindavik. Golven rollen over het rif en de wind blaast side-off van rechts: het windoffer heeft gewerkt. Rafn is er ook en meent dat we de eersten zijn die ooit de main break van Grindavik zullen gaan windsurfen. De volgende uren zijn werkelijk ongelooflijk. Eindeloos lange logohoge krachtige golven spoelen de kater weg en ik schreeuw het uit van geluk als ik vijf turns op één golf draai. En alsof de perfecte down-the-line omstandigheden nog niet genoeg zijn, vormt zich bij hoogwater een eindje upwind van het rif een stuk vlakwater dat overgaat in steile golven, perfect om te springen! We varen door totdat de zon ondergaat en we de giek niet meer kunnen vasthouden. Wat een prachtig slotakkoord.

IJsland 7

De laatste dag van onze trip trekken we nog een keer naar het oosten om met onze SUP’s de gletsjerlagune van Jökulsárlón te verkennen. Het is adembenemend om zo dichtbij de enorme ijsreuzen te paddelen. Volgens Ingo waren de doorzichtige felblauwe ijsbergen veilig, de witte daarentegen hadden zich al lang niet omgedraaid, daar is het oppassen geblazen. Omdat de ijsbergen altijd in beweging zijn wordt de rust telkens onderbroken door een luid gekraak en geknars. Onder de felblauwe hemel genieten we in onze trui van een heerlijke herfstdag.

IJsland2

Als we op de terugweg naar het hotel denken dat het niet beter meer kan, ontdekt Amanda ineens een kleine groene vlek aan de hemel. Gelijk zetten we de auto’s langs de weg en als de kleine groene vlek begint te bewegen, van kleur verandert en steeds weer andere vormen aanneemt is het ons duidelijk: boven ons vindt een geweldige noorderlichtshow plaats! Het fenomeen blijkt niet voor niets een van de acht wonderen van de natuur, stilzwijgend nemen we het gebeuren in ons op tot na een kwartiertje de show voorbij is en de hemel weer donker wordt. Zonder iets te zeggen lopen we terug naar de auto en rijden we terug naar het hotel.

Chris is de eerste die zijn stem terugvindt: ‘Dudes, we moeten in het voorjaar weer samen een trip maken. Noorderlicht, party of windsurfen, zolang het maar naar IJsland is!’

 

De Republiek IJsland: IJsland is het grootste vulkaaneiland ter wereld en bevindt zich tussen Noorwegen en Groenland net onder de poolcirkel. Het eiland ligt zowel op de Noord-Amerikaanse als Europese tektonische plaat. Het eiland is ongeveer zo groot als Engeland, maar er wonen maar 320 duizend mensen (in Engeland wonen er 51 miljoen). Tweederde van de mensen op IJsland woont in de hoofdstad Reykjavik. De gemiddelde leeftijd in IJsland ligt op 35,6 jaar.

Verkeer: Er zijn geen snelwegen of treinen op IJsland. Zelfs van de bus wordt maar weinig gebruikgemaakt. De enige hoofdweg van het land – de ringweg – is 1.336 kilometer lang en loopt grofweg langs de kust van het eiland en werd pas in 1974 voltooid.

Geld: De munteenheid van IJsland heet Krone (ISK). Bijna overal op het eiland vind je pinautomaten, die je eigenlijk ook niet eens nodig hebt omdat zelfs de meest kleine restaurantjes EC en creditcards accepteren.

Sport: Het IJslandse handbalteam behoort bij de beste van de wereld. Naast handbal behoren zwemmen – dankzij de vele door warme bronnen opgewarmde buitenbaden – schaken en paardrijden tot de meest populaire sporten. Boksen werd in 1956 vanwege ‘gevaar voor de gezondheid’ verboden en is pas sinds 2002 weer toegestaan als sport.

IJslanders: Het IJslandse paard, ook wel IJslander genoemd, is een ras van kleine, gedrongen paarden met een groot uithoudingsvermogen en even groot temperament. In tegenstelling tot de meeste paarden, die slechts in de drie basisgangen stap, draf en galop kunnen gaan, kan een IJslander zich in vier en soms vijf verschillende gangen voortbewegen, genaamd tölt en telgang. Om het ras zuiver te houden, mogen paarden die het eiland verlaten nooit meer terug.

Vlucht: Wij vlogen met Icelandair naar vliegveld Keflavik International Airport, op ongeveer drie kwartier rijden van Reykjavik. Vluchten kosten rond de 400 euro, en er is geen officieel maximum gewicht voor boardbags. Wij betaalden 40 euro per extra tas voor een enkele reis.

Wat neem je mee? Om het meeste uit de IJslandse omstandigheden te halen is het een aanrader naast je windsurfspullen ook golfsurf- of SUP-materiaal mee te nemen. Wij hadden naast de down-the-line SUP’s ook een opblaas SUP mee, die het prima deed in mellow golven! Verder neem je uiteraard je warmste wetsuit, boots, handschoenen en een cap mee.

Kleren: Afhankelijk van de tijd van het jaar dat je gaat, kan IJsland aangenaam warm zijn of ijs en ijskoud. Wij gingen begin oktober en zagen zon en 10 graden in no time afgewisseld worden door vrieskou en sneeuwstormen. Pak alsof je op een sneeuwvakantie gaat, maar vergeet niet om je boardies of bikini mee te nemen voor een duik in de hot springs!

Paspoort en visa: Er gelden geen beperkingen voor het reizen naar IJsland: een paspoort en klaar ben je. Taal Gek genoeg heeft IJsland geen officiële taal. De officieuze nationale taal, het IJslands, is een van de meest pure Europese talen op het gebied van vocabulaire. Het is zelfs zo dat IJslanders met redelijk gemak eeuwenoude Sagas kunnen lezen. De meeste IJslanders spreken overigens vloeiend Engels, maar leer wat IJslandse woordjes en je zult waardering oogsten van de locals!

Internet, communicatie & elektriciteit: IJsland is een van de meest gedigitaliseerde landen ter wereld, met bijna alle huizen en bedrijven aangesloten op het internet. De meeste hotels bieden wifi en er zijn genoeg cafés en restaurants die voorzien zijn van gratis wifi hotspots. Stopcontacten zijn zoals in Nederland.

Arctic Surfers: Surf touroperator Arctic Surfers biedt surf- en snowboardtrips aan over het hele eiland. Onder leiding van Ingólfur ‘Ingo’ Olsen worden de geheimen van het eiland blootgegeven en kom je hoe dan ook aan je adrenalinekick, weer of geen weer.

 

 

 

 van