Basics duckjibe – extra oefeningen

In Motion #3 vertelt Niek van der Linde je alles over de duckjibe. Als extraatje hebben we hier een paar oefeningen voor je die je vooraf kunt doen om het geheel wat makkelijker te maken.

Zoals bij zoveel moves loont het om de duckjibe eerst op de kant te oefenen, of op het water met weinig wind. Maak het jezelf gemakkelijk en zorg voor een niet te groot zeil (maximaal 6 vierkante meter), een groot board (200 liter mag best) en niet te veel wind (een knoopje of 8 is prima). Die 8 knopen zijn net even wat vergevingsgezinder dan 20 knopen en dat scheelt je een hoop waterstarten.

NB: De hand het dichtste bij de mast noemen we normaal de masthand. De achterste hand op de giek noemen we de zeilhand. Omdat bij deze move mast- en zeilhand regelmatig wisselen en je ook nog eens clew-first eindigt, gebruiken we nu links en rechts.

Vaar iets ruime wind

Pak je rechterhand (=achterste of zeilhand) ver naar achter, maar niet helemaal achterop de giek. Probeer de druk wat uit het zeil te halen, door het zeil wat dichter naar je lichaam te brengen. Buig je armen.

Laat je linkerhand (=voorste hand of masthand) los en zet die zo ver mogelijk achterop de giek. Zorg er met je rechterhand voor dat het zeil dicht bij je blijft.

Laat de rechterhand los. Met je linkerhand moet je zorgen dat het zeil niet in het water valt. Dus trek de clew van het zeil ‘omhoog richting de wolken’ en ‘naar voor richting de neus van de plank’.

Pak met je rechterhand de andere kant van de giek, net voor de trapezetouwtjes.

Sluit je linkerhand aan. Probeer het zeil neutraal te houden, dus niet te veel trekken aan je rechterhand, want dan komt er teveel wind in.

Schuif je rechterhand meer richting de mast. Als je stabiel staat, mag je je rechterhand iets aantrekken, waardoor je meer druk in je zeil krijgt. Probeer zo ‘clew first’ verder te surfen. De druk in je zeil regel je net als altijd met je achterste hand (rechts dus op de foto). Sturen doe je net als normaal. Zeil naar voor bewegen betekent afvallen en zeil naar achter is oploeven. Wat je doet nadat je een stukje rechtdoor hebt gevaren, maakt niet uit. Het gaat erom dat je leert ‘ducken’. Probeer dit met steeds iets meer wind en een steeds groter zeil.

Lukt dat, dan wordt het tijd om deze move planerend te doen, zoals beschreven in het magazine.

Nog even de voetjes onder het vergrootglas.

Lekker planeren met beide voeten in de voetbanden.

Haal je achterste voet uit de voetband en zet die op de rail aan de lijzijde tussen de voorste en achterste voetband in.

Je voorste voet (de linker) draait nu uit de voetband en komt midden op het board te staan.

Zo snel mogelijk daarna stap je met je achterste voet (rechts) naar voren. Zorg dat je (bijna) tegen de mastvoet aan staat. De gijp is nog niet klaar, dus blijf door carven met de rail in het water.

Niek van der Linde geeft windsurfles op het Amstelmeer. Wil je meer weten of een keer een (privé)les boeken? Check zijn site leerwindsurfen.nl.