15-12-2017 - Windsurfen, Nieuws, Leesvoer

Foilen, zweefvliegen boven het Tjeukemeer

Hydrofoilen heeft het laatste jaar een behoorlijke vlucht genomen. Is het de nieuwe impuls waar de windsurfsport op zit te wachten? Marcelino Lopez probeerde het uit, en zag een oude droom werkelijkheid worden.

Woord Marcelino Lopez Beeld Mart Kuperij

Woensdag 5 april 2017 is de dag dat ik voor het eerst heb gevlogen. Echt gevlogen! Natuurlijk, ik heb in meerdere vliegtuigen gezeten, maar dat is alsof je in een slecht geventileerde toerbus rondrijdt. Ook heb ik vaak genoeg met mijn kitesurfsetje in de lucht gehangen, maar zelfs een hangtime van zeven seconden kun je toch niet echt vliegen noemen – je voelt toch meteen dat de zwaartekracht je zal aftroeven. Nee, de magie van het échte zweven (zoals de slapende mens weleens in zijn betere dromen doet) had ik nooit ervaren. Tot die bewuste woensdag. Toen suisde ik moeiteloos door de lucht, een kleine meter boven het Tjeukemeer. Op een windsurfboard. Hieronder een kleine terugblik (en wat simpele tips voor de windsurfer die het ook wil meemaken).

Het avontuur begint als we afspreken met Starboard-importeur Martijn Vos om de nieuwe Starboard Foil uit te proberen: een windsurfboard met hydrofoil. Na alle berichten over foilen op sociale media zijn we behoorlijk nieuwsgierig geworden, en het lijkt ons een goed verhaal. De weersvoorspellingen voor die bijzondere woensdag zijn goed; de verwachtte 10-12 knopen schijnen perfect te zijn om dit lichtweerbeest op gang te krijgen. We spreken af elkaar rond het middaguur te treffen op een landweggetje aan de zuidoostkant van het Tjeukemeer.

De dag begint niet ideaal. Nadat ‘s ochtends de wekker gaat en ik iets te agressief mijn bed uit stap om die iPhone te vinden, word ik pijnlijk geconfronteerd met de gevolgen van een lange week kiteboarden in Egypte. ‘Auw!’ Alles doet pijn, vooral mijn rug. Ik voelde me honderdvijftig jaar oud en de dag moet verdomme nog beginnen. Dit lijkt me niet het moment om als testpiloot te fungeren. Moet ik wel gaan? Bovendien kan ik me mijn persoonlijke worsteling met een hydrofoil-kitesurfboard nog goed heugen. Een kleine hel was dat. Het loeizware kiteboard ontpopte zich als een dolle stier die zich niet liet temmen. Met gekneusd lichaam en ego, en zeewater in mijn tere longetjes, kwam ik kreunend de Noordzee uit. Tijdens de tweede sessie ging het al iets beter, en voelde ik de potentie van de hydrofoil, maar echte controle had ik niet. Nee, niet weer zo’n vernederende ervaring, jammer ik tegen mezelf. Net als ik besluit af te zeggen, staat hoofdredacteur Mart alweer met fris geschoren hoofd voor mijn deur. Met croissants en een dikke camera: ‘Goeiemorgen!’ zegt hij als hij mijn zure hoofd ziet. ‘Niet zeuren hoor, we hebben een afspraak. Het wordt leuk!’

Even later rijden we richting Friesland, omgeven door een walm van tijgerbalsem – een weldaad voor stijve rug en verstopte luchtwegen! Als Mart twee uur later de motor uitzet, kijken we uit over het Tjeukemeer. Een fikse, aanlandige wind (in foil-termen gesproken) en overdadige schuimkoppen verrassen ons. Windguru had beloofd dat het een minimaal windje zou worden, ideaal om het foilen onder de knie te krijgen. Dit is meer dan we hoopten, zo’n 18 knopen. Ik vind het spannend, en hijs mijn krakkemikkige lichaam de auto uit. ‘Ha die Martijn!’ probeer ik enthousiast.

Onze gastheer is al druk bezig een zesenhalfje op te tuigen. ‘Hoi boys. Windje hè? Het is echt maximaal voor een foil vandaag, maar kleiner heb ik niet bij me. We proberen het gewoon, toch?’ Mmm, ik heb meer geruststelling nodig. Martijn, zelf ook een beginnend foilboarder, heeft ook ooit gevochten met een kiteboard-hydrofoil en verzekert me dat het op een windsurfboard toch echt een stuk eenvoudiger is. ‘Nee, dat kiteboard was geen succes, maar dit is goed te doen hoor. Ach, we kunnen er lang en breed over praten, je moet het maar gewoon ondervinden.’

Terwijl ik mijzelf tergend langzaam in het neopreen frummel – vooral schoentjes zijn een crime als je rug op slot zit – heeft Martijn alweer een tweede zeiltje opgetuigd (een zevennul voor zijn normale 107 iSonic slalomboard). ‘Zo kunnen we in het water af en toe van setje wisselen. Je zult zien dat het best vermoeiend is die eerste keer.’ Martijn zal eerst gaan om de foil in deze omstandigheden te testen. Eerst schroeft hij dat ding, een exemplaar van maar liefst 95 centimeter lang, vast in de vinbox. Het gevaarte ziet er akelig en bedreigend uit en lijkt haast op een primitief waterbouwwerktuig, bedoeld om onderwaterplanten weg te snoeien en vissen te fileren. Het nadeel van die lengte is dat je er niet zomaar mee wegvaart. Je moet, zoals Martijn doet, met de foil omhoog naar een gedeelte lopen dat diep genoeg is. Op een ondiepe spot zoals Muiderberg ben je wel even zoet, maar hier in het Tjeukemeer is het geen probleem.

Na een paar meter lopen vaart Martijn weg zoals op een normaal board. Vanaf de kant bestudeer ik aandachtig wat hij doet. Het valt me op dat hij ongeveer de helft van de tijd uit het water komt en de andere helft zijn board in het water houdt. Blijkbaar is dat een keuze. Net zoals dat je kunt variëren hoe hoog je het board uit het water laat komen. Ondanks dat Martijn weet wat hij doet, zie ik hem af en toe worstelen om het gevaarte onder controle te houden. Dan duikt de neus van het board het water in en valt hij voor- of achterover het water in. Op de momenten dat hij gaat, ziet het er indrukwekkend uit. Ik wil ook, maar ben benieuwd of het wel zal lukken.

Weifelend schuifel ik het water in als Martijn mij wenkt. Bij de overhandiging geeft hij me een paar laatste tips: ‘De wind is eigenlijk iets te hard, maar het is nog best te doen. Probeer alleen niet halve wind te gaan, want dan bouwt de foil zoveel druk op dat je hem niet goed meer kunt controleren. Aan de wind varen werkt het best. En op ruime wind gaat het board ook oké.’ ‘Eerst maar eens wegkomen’, antwoord ik.

De start is – in tegenstelling tot wat ik me herinner van de kitesurf-foil – geen enkel probleem. Ik vaar na een normale waterstart rustig weg en probeer te wennen aan dit brede board dat door de foil iets logger reageert dan normaal. Het wordt pas raar, en spannend, als ik in plané dreig te komen. Door de voorste voet op te tillen en wat druk op de achterste te geven, komt het board uit het water. Ik experimenteer er wat mee en huppakee, het hele gevaarte tilt mij omhoog. Om me daarna weer nose first op het water te zetten. Het doet denken aan een logge rodeostier, die ik nog net onder controle kan houden. Subtiliteit is blijkbaar het sleutelwoord, want als je iets te enthousiast de druk op je achterste been opvoert, stijgt het board al snel ongecontroleerd op, om daarna weer naar beneden te duiken. Je krijgt een soort sinusbeweging die als je niet oplet tot een katapult leidt. Niet prettig als dit gebeurt, maar verder niet pijnlijk of gevaarlijk zoals ik van de kitesessie gewend was.

Ik durf niet voluit te gaan, want zo’n board ontwikkelt in korte tijd een enorme snelheid. Ik probeer de drempelsnelheid te ontdekken waarop het board begint te stijgen en daar een beetje te blijven hangen. Martijn heeft gelijk: het makkelijkst is om aan de wind te varen, omdat je daarmee de snelheid beperkt houdt en langzaam kunt wennen aan het lift- en daalmechanisme. De eerste sessie (die zo’n twintig minuten duurt) voel ik me een pasgeboren stier die vol enthousiasme op zijn achterpoten steigert om daarna onwennig op zijn voorpoten te landen – en er af en toe doorheen te knakken. Toch lukt het me al snel om niet te vallen en weer rustig door te varen op zoek naar de volgende lift. De eerste rakken sinus ik mezelf (stijgen, dalen, stijgen, dalen) naar de andere kant van het meer, om na een kleine pauze terug te sinussen. Die pauze heb ik nodig, want het is zwaar om zonder goede conditie (veelal uitgehaakt) zo’n foilboard te temmen. Elk rak lukt het beter om het board horizontaal te houden, maar een windvlaag, chopgolf of aandachtsverslapping is soms genoeg om me uit balans te halen. Een paar keer word ik zonder pardon afgeschoten. Ingehaakt. Arme Martijn, die van een afstandje moet aankijken hoe ik zijn spul aan het aftuigen ben. Ik hoor het hem nog zeggen: ‘Als je ruime wind gaat, zou ik even uithaken. Grote kans dat je anders voorover gaat.’

Ikzelf ben mijn gammele lichaamstoestand intussen helemaal vergeten en geniet met volle teugen; zelfs een ingehaakte katapult is peanuts vergeleken met de valpartijen met kitefoilboard. Doordat het zeil vastzit aan het board hou je altijd een veilige afstand tot de foil. Bovendien is het windsurfboard breed en stabiel. Een kiteboardfoil daarentegen is een los projectiel met kuren, waardoor je na elke crash moet oppassen dat je die niet in je nek krijgt. Ondanks spannende momenten krijg ik er steeds meer vertrouwen in dat foilen op een windsurfboard (voor een gevorderde windsurfer althans) snel en veilig te leren is. Zo’n board lijkt me een grote meerwaarde voor windsurfers die ook met lichtweer willen vlammen en een nieuwe uitdaging zoeken.

Ik kom na elk rak meer uit mijn schulp. Na drie korte sessies van twintig minuten merk ik dat ik echt begin te relaxen en begin aan te voelen hoe ik mijn balans kan houden. Precies dat ‘zelf ondervinden’ waar Martijn het eerder over had. De truc is om niet te veel naar achteren te hangen, niet te veel druk op je achterbeen te geven en je lichaamsgewicht dicht bij de mast te houden. Vergeleken met mijn eerste pogingen word ik (lichamelijk) steeds passiever. Ik ervaar het vooral als een mind game, een soort loslaten en vertrouwen, waarbij je in zen-achtige trance op je board staat en het zonder zware krachtinspanningen allemaal laat gebeuren. Ik hang, trek en ruk niet meer aan mijn zeil zoals ik normaal zou doen. Het is geen kwestie van kracht, maar van balans en focus. Daarom is zelfs uitgehaakt varen ook veel minder zwaar dan normaal.

Tegen het einde van de laatste sessie voel ik me even in the zone. Ondanks dat de Tjeukerchop heftig tekeer gaat en de wind af en toe stevig aantrekt, doen die mij niet meer wankelen. Wat een weird gevoel! Ik zie de rauwe chopgolven onder me door trekken, zonder dat ik daar verder nog enige hinder van ondervind. Ik sta er letterlijk een halve meter boven. Op volle snelheid, kalmpjes rechtop mijn board, slechts mijn zeil af en toe licht vierend, kijk ik naar de mooie vergezichten die het Tjeukemeer biedt. Zonder de gebruikelijke klappen te hoeven absorberen, en zonder het constante gekletter van water tegen mijn board. Een klein wonder, zo ervaar ik het. Ik voel mij een moderne Jezus die verstild boven het water zweeft.

Terwijl ik dit opschrijf, voelt het als een droom, maar het was echt. Woensdag 5 april 2017 is de dag dat ik voor het eerst heb gevlogen.


Hoe werkt een hydrofoil? Je kunt een hydrofoil – net als een windsurfzeil – vergelijken met de vleugel van een vliegtuig. Door de bolling van de foil wordt het water dat er langs stroomt gesplitst: één deel gaat langs de bolle kant van de foil (de bovenkant), en de andere waterstroom gaat via de holle onderkant. De stroom die langs de bovenkant gaat moet een langere afstand a eggen, maar toch op hetzelfde moment samenkomen met de andere waterstroom. Het gevolg hiervan is dat het water dat bovenlangs gaat sneller stroomt dan dat aan de onderzijde, met een lagere druk aan de bovenkant als gevolg. Dit drukverschil zorgt ervoor dat de foil als het ware in de richting van de lage druk wordt geduwd, net zoals bij de vleugel van een vliegtuig. De voorste vleugel van de hydrofoil zorgt hierbij voor de meeste lift; de achterste vleugel is vooral bedoeld om het geheel stabiel te houden, net zoals het horizontale staartvlak van een vliegtuig.


De Starboard Foil 147 is gebaseerd op de UltraSonic 147, met aangepaste tailshape, sterkere deep tuttle vinbox en extra verstevigingen in de lengterichting. De extra breedte van het board maakt het makkelijker tegendruk te geven op de foil. Het board is er in Technora (€ 2099,-) en ultralichte Reflex Carbon (€ 2799,-). Starboard biedt twee foils: een Carbon Slalom met een mast van 95 cm, en een Carbon GT met een mast van 80 cm. De GT heeft een grotere voorvleugel en is wat makkelijker te varen, de Slalom richt zich op een hoge topsnelheid en is reactiever. Prijs Slalom: € 2099,-; GT: € 1999,-. fox-sports.nl


NeilPryde is voor zijn foils een coöperatie aangegaan met het Amerikaanse bedrijf F4, dat zich als sinds 2008 bezighoudt met de ontwikkeling van hydrofoils. Voor 2017 komt Pryde met een high end carbon foil en een instapmodel van aluminium. De eerste komt met twee voorvleugels: de High Lift voor een goede upwind en extra stabiliteit in lichtweer, de High Speed voor maximale snelheid en acceleratie. De aluminium uitvoering heeft vleugels van G10 en richt zich op een goede controle, hoge stabiliteit en een vroege take-off. Prijs Carbon: € 2399,-; Alu: € 799,-. Naast de foils heeft NeilPryde ook een speciaal zeil ontwikkeld voor het hydrofoilen. De RS:Flight is een evolutie van de RS:Racing LT1 en heeft een hogere aspect ratio, kortere giek en een uitgebouwde voet zodat het zeil gemakkelijker rechtop gevaren kan worden. Het drukpunt ligt rond de voorste hand voor een optimale controle, een betere acceleratie en extra down force, waardoor alle druk omgezet kan worden in snelheid. Het zeil is er in vijf maten, van 5,4 tot 8,8 m2, vanaf € 1099,-. neilpryde.com


JP komt met twee verschillende foilboards: de HydroFoil 135 en 155. Beide boards hebben ronde rails voorin, zodat een onvrijwillige nose dive niet direct wordt afgestraft en je snel weer de lucht in kunt. De 135 is een allrounder, geschikt voor beginners tot experts, en kan ook ingezet worden bij iets hardere wind. De 155 is meer gericht op lichte wind en upwind-varen, en komt met extra voetbanden centraal achterin voor optimale controle op downwind-rakken. Beide boards kunnen ook met een gewone vin gevaren worden. De 135 is verkrijgbaar in FWS (€ 1999,-) en ProEdition (2399,-). De 155 is er alleen in ProEdition en kost € 2599,-. jp-australia.com


Het Franse kitemerk F-One kwam vorig jaar als een van de eerste merken met een windsurffoil. De Papenoo is een crossovershape die te gebruiken is om op te windsurfen, suppen én foilen. Het board is verkrijgbaar in 110 en 123 liter en verkrijgbaar vanaf € 1550,-. De windfoil is er in twee uitvoeringen en maten: de aluminium kost € 1449,-; de carbon is er voor € 2249,-. f-onefoil.com


Foilen op een gewoon windsurfboard is ook mogelijk, kies in dit geval liefst voor een breed board zodat je genoeg tegendruk kunt geven. Hou er wel rekening mee dat de krachten die op de vinbox komen te staan een stuk hoger zijn; de kans op een gebroken vinbox is dus groot!

Dit artikel is afkomstig uit de Motion #1 van 2017. Dit nummer kunt u hier bestellen. Wil je niks meer missen op het gebied van windsurfen word dan abonnee!

 

 van